In het Duitse Rijnland noemen ze carnavalsmaandag “Rosenmontag”.
De gebroeders Grimm (die van de sprookjes) leggen in een van hun boeken uit dat het begrip “Rosenmontag” afgeleid is van “Rasenden Montag”.
Ook het Duitse woordenboek verwijst voor de betekenis van Rosenmontag naar het woord “Rasen”. In het Keuls dialect spreken ze dat uit als “rose“. Dat is te vergelijk met het Limburgse: “raoze”, wat “tekeergaan” betekent.
Limburg kende vroeger ook zo’n “razende maandag”. Op carnavalszondag werd door de jongeren geld, bier en eten opgehaald. Op maandag werd dat dan uitbundig verteerd.
Rosenmontag heeft dus niets met rozen te maken. Het is de razende carnavalsmaandag waarop je, net voor de vasten, nog eens flink tekeer gaat.