MONUMENTENPAGINA - HEEMKRING HEEL
Monumenten en hun geschiedenis
In Heel en Panheel zijn een aantal monumenten voorzien van bordjes met een korte beschrijving. Op deze pagina staat de tekst van de bordjes.
Binnenkort komt hier aanvullende informatie over de geschiedenis van de monumenten.

Kapel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart – Panheel
De kapel werd in 1875 gebouwd door een financiële bijdrage van Elisabeth Haegeraets uit Panheel. De mensen van Panheel konden hier in de winter de mis horen en hoefden dan niet naar de kerk in Heel te gaan. De oorspronkelijke kapel werd in 1944 (WO II) door granaten vrijwel volledig verwoest, maar in 1947 herbouwd naar een ontwerp van architect Pierre Weegels uit Weert. Dit gebeurde met nog bruikbare stenen van de verwoeste kapel en met stenen van verwoeste huizen. De herbouw kostte 2900 gulden.
De glas-in-lood ramen in de kapel (uit 1948) zijn vervaardigd in het atelier van Max Weiss.
In 1964 werd de kapel verheven tot hulpkerk van Heel en konden er het gehele jaar missen worden opgedragen.
Gemeentelijk monument

Sint-Stephanuskerk
De toren van deze kerk is van ca. 1100. Vanaf die tijd is hier ook al begraven. Daarmee is het kerkhof een van de oudste van Limburg. Begin 1900 is in neo-gotische stijl een nieuw kerkgebouw gerealiseerd door architect Casper Franssen, op aanwijzing van bouwmeester Pierre Cuypers.
In de toren hangen een grote klok “Steven” (1524) en een kleinere klok “Maria” (1380). In de kleine toren hangt een Angelusklokje (Antonius, ca. 1450).
De kerk bezit o.a. een hardstenen romaanse doopvont (einde 12e eeuw), een preekstoel (1705), twee biechtstoelen (1730 en 1734), glas-in-loodvensters (Frans Nicolas en Zn. en Max Weiss). Sinds 2022 is het neogotische altaar van de kapel van Huize St. Joseph (1914) in gebruik.
Rijksmonumentnr. 21076

Dorpsstraat 86 ‘het Witte Paerd’
Dit pand was oorspronkelijk in gebruik als uitspanning met de naam het Witte Paerd. Er werden rijtuigen uitgespannen om de paarden te laten rusten. Bij een uitspanning had je vrijwel altijd een café.
Het is een bakstenen huis met een topgevel met vlechtingen en het ankerjaartal 1778. Waarschijnlijk is het destijds herbouwd met gebruikmaking van ouder bouwmateriaal.
In de twintigste eeuw werd het een dorpscafé, met de karakteristieke kastelein Sjaak van ’t Witte Paerd (Sjaak van Ass, 1903 – 1991). Hij sloot het café in 1977.
De bekende filmer Bert Haanstra nam hier na de Tweede Wereldoorlog een promotiefilm op voor de Marshall-hulp. Deze film ging Europa door en werd gemaakt met o.a. Heelder personages.
Rijksmonumentnr. 21074

Huis Nederhoven en boerderij Geneerhof
Huis Nederhoven en bijbehorende boerderij Geneerhof zijn beiden een rijksmonument en maken deel uit van het landgoed Nederhoven. Het bijzondere is dat het landgoed op een omgracht terrein ligt, waarbij het Huis en Koetshuis in de oude gemeente Beegden en de boerderij/ nutsgebouwen in de oude gemeente Heel liggen. Het Huis was tot aan de Franse Revolutie een leen van het graafschap Horn. Op de plaats van het eerste huis Nederhoven (1e helft van de 15e eeuw) verrees in 1614, tijdens het Twaalfjarig Bestand, het huidige kasteeltje als jachthuis. Ook kwamen er drie nieuwe dienstvleugels rondom een binnenplaats, aan de open zijde afgeschermd met een muur. Achter deze muur ligt de kasteeltuin. Omstreeks 1775 werden de bijgebouwen verhoogd en het Huis aangepast. In 1819 volgde de opbouw van een vierkante uitzichtskoepel op het Huis, waaraan de windvaan op de koepel herinnert. In 1963 – 1964 is het Huis gerestaureerd en vanaf 1965 weer permanent bewoond. De paardenstallen zijn in 1968 ingericht voor bewoning annex gastenverblijf. De boerderij, stallen en schuur zijn van omstreeks 1750. De boerderij fungeert als akkerbouwbedrijf. Nederhoven is een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet én een beschermde historische buitenplaats, met een lindelaan als toegang vanaf de Nieuwstraat. De parkaanleg heeft een beplanting van deels nog oude lindebomen, eiken en beuken.
Rijksmonumentnr. 526748 en 526936, NSW-landgoed en beschermde historische buitenplaats

Dorpsstraat 31
De boerderij is één van de weinige gebouwen uit de historische dorpskern van vóór 1850. Het is een dorpshoeve met een gesloten, met maaskeien geplaveide, binnenplaats. Daarover reden de wagens vroeger naar de wagenstalling van de schuur. De gevel is een belangrijk onderdeel in het straatbeeld van de Dorpsstraat. Hij bestaat uit een topgevel van het woonhuis, met links daarvan een poort en een blinde muur. De poortopening is vermoedelijk in de loop van de 19e eeuw tussen stal en woonhuis geplaatst. De kelder stamt mogelijk uit de late middeleeuwen (15e of 16e eeuw). Hij heeft mergelstenen muren en een mergelstenen tongewelf.
Rijksmonumentnr. 21072

Dorpsstraat 80 en 82
De voorloper van deze 2 panden staat al als één bouwvolume op de Ferrariskaart (1771 – 1778). Het herenhuis nr. 80 dateert uit de periode 1820-1830. Het is gebouwd op de plek waar daarvoor ook al een woning lag. Een oude kelder die bewaard bleef heeft nog een gewelf van mergelblokken. Het huis is gebouwd door Christiaan Houtackers, een timmerman, afkomstig uit Neer. In dat huis werd zijn kleinzoon Christiaan (Chris) Houtackers (1856-1939) geboren die van 1892 tot 1924 burgemeester was van Heel. Zijn zoon Michel (1895-1968) volgde hem op in die functie, die hij vervulde tot 1942. Hij bouwde het naastgelegen herenhuis nr. 82. Vader en zoon Houtackers liggen in een gezamenlijk graf op het kerkhof van Heel.

Dorpsstraat 84
Deze plaats werd al bewoond op het einde van de 18e eeuw. In het huidige pand woonde de familie Neyens. Bekendste nazaat was Pater Matthieu Neyens (1868-1941). Hij is op 14-jarige leeftijd bij de Franse Congregatie Missionaires du Sacré Coeur (MSC) zijn priesteropleiding gaan volgen.
In 1903 werd Pater Neyens uitgezonden naar Nederlands Indië. Tot 1915 gaf hij leiding aan de opbouw van de Katholieke Missie in Zuidwest Nieuw Guinea. Hij bleef tot zijn dood in 1941 werkzaam als missionaris in Nederlands Indië.
Een jongere broer was Joannes Neyens (1873- 1955). Hij was koster, organist, dirigent en wethouder. Hij bleef tot aan zijn dood in dit pand wonen net zoals zijn dochters Agnes en Roos.

Maria-kapel oppe Linj
De Maria-kapel heeft een 5-vlaks dak en gehoekte steunberen en is gebouwd rond 1800. Het pleintje heet in de volksmond ‘De Linj’, vandaar dat het kapelletje ook bekend staat als ‘ut kepelke oppe Linj’. Dit verwijst naar de lindenbomen rondom de kapel. Historisch gezien werd een kruis of kapel vaak vergezeld van (3) lindenbomen. In de nis is een houten beeld geplaatst van de Heilige Maria met kind. Tegen de zijkant van het kapelletje stond vroeger een waterpomp voor de bewoners van de Linj. De restanten van de put bevonden zich nog in de grond. De put staat nu even verderop weergegeven, versierd met ‘De Beer’, symbool van de kindercarnaval.
Gemeentelijk monument

Dorpstraat 102
Hoeve “In den Oraniënboom” is een voormalige boerderij. Tot 1927 was er ook een bierbrouwerij gevestigd. Het is een rijk uitgevoerd pand. Met de gebruikte bouwmaterialen en technieken toonde de eigenaar zijn welvaart.
In de voorgevel zitten een drietal gevelstenen. Eéntje met het opschrift: “In den Oraniënboom 1702”. Het jaartal is een indicatie over het bouwjaar van de huidige hoeve, maar waarschijnlijk dateren de oudste delen van het pand uit 1500.
Daarboven bevindt zich een tweede steen met de afbeelding van een boompje dat in de volksmond oranjeboompje werd genoemd, maar eigenlijk een citrusboompje was. Boven de deur is er nog een derde steen met het reliëf van een oranjeboom.
Rijksmonumentnr. 21075

Molenhuis Panheel
De Panheeldermolen is een koren- en oliemolen en wordt al vermeld in 1662. De drijfkracht werd geleverd door de Panheelderbeek.
In 1917 kwam de molen in bezit van molenaarsfamilie Van Aarsen. Later begonnen zij in Panheel “Machinefabriek Van Aarsen”. In 1967 werd de maalinrichting verwijderd.
Gemeentelijk monument