Halverwege de route van Heel naar Pol vinden we aan de rechterkant van het fietspad een plaquette onder de titel: Sporen die bleven. Deze plaquettereeks herinnert aan de grote kerkrazzia in oktober en november 1944 in Noord- en Midden-Limburg.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog waren vrijwel alle Duitse jongens en mannen ingelijfd in het leger. Daarom nam de bezetter in de herfst van 1944 de beslissing om ruim 3.000 jongens en mannen uit het gebied tussen Maas en Peel in Limburg verplicht tewerk te stellen in fabrieken, aan spoorwegen en op boerenbedrijven in Duitsland. Op zondag 8 oktober vond de eerste en grootste razzia plaats. Hierbij werden 2.000 jongens en mannen met geweld bijeengedreven en gearresteerd.
De situatie van de meeste dwangarbeiders was slecht: erbarmelijke huisvesting, honger, kou en slechte hygiëne. Daarnaast leefden zij in grote onzekerheid over hun eigen leven en dat van hun achtergebleven familieleden, en heerste er een permanente angst voor geallieerde bombardementen op de fabrieken waarin ze tewerkgesteld waren.
Uit de kern Pol werden tien jongens en mannen opgepakt om gedwongen te gaan werken in de Duitse oorlogsindustrie. Allen keerden terug naar huis.